De antwoorden op de vragen in deze rubriek verwoorden het standpunt van de SDN. Aan de antwoorden kunnen geen rechten ontleend worden. Ze kunnen door organisaties als richtinggevend worden beschouwd.
Vragen en antwoorden worden op dit moment geactualiseerd en zullen binnenkort in vernieuwde vorm hier weer worden geplaatst.
In de brochure van de SDN staat dat gegeven de inhoud van de dyslexieverklaring, deze alleen kan worden afgegeven door professionals die gekwalificeerd zijn voor het uitvoeren van psychodiagnostisch onderzoek en beschikken over specialistische kennis op het gebied van leerstoornissen en onderwijsbelemmeringen die daarmee samen kunnen gaan.
Daartoe is een academische graad in klinische (kinder- of jeugd-) psychologie of orthopedagogiek vereist, alsmede een erkende bekwaamheidsregistratie in de psychodiagnostiek, minimaal (op het niveau van) de BIG-registratie Gezondheidszorgpsycholoog. De K&J-registratie van het NIP en de registratie orthopedagoog-generalist (of diagnostiek) van de NVO voldoen hieraan.
Dit standpunt van de SDN is overgenomen door het College van Zorgverzekeringen. CvZ stelt als voorwaarde voor opname van diagnostiek en behandeling van dyslexie in het basispakket van de zorgverzekering met ingang van 2009, dat "de eindverantwoordelijkheid van de diagnostiek en behandeling bij een psycholoog of orthopedagoog ligt ."
Deze heeft een tweejarige postacademische opleiding doorlopen en is bij de overheid of de beroepsvereniging(en) geregistreerd als Gezondheidszorgpsycholoog (VWS), kinder- en jeugdpsycholoog (NIP) of orthopedagoog-generalist (NVO). De Psycholoog valt onder de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). De kinder- en jeugdpsycholoog en de orthopedagoog-generalist worden in het kader van de vergoede dyslexiezorg als gelijkwaardig erkend.
Het protocol 'Diagnose en Behandeling van dyslexie' leent zich ervoor om multidisciplinair te werken. Er kunnen dus ook andere beroepsgroepen een rol spelen in het diagnose- of behandeltraject. Eindverantwoordelijk blijft in alle gevallen de GZ-psycholoog of kinder- en jeugdpsycholoog dan wel orthopedagoog met een registratie op het niveau van GZ-psycholoog."
(zie rapport: "Dyslexie: van zorg verzekerd?" CVZ, 2007, pag. 6-7).
De vergoeding vanuit de basisverzekering geldt voor leerlingen van basisscholen en speciale basisscholen die geboren zijn op of na 1 januari 2001.
Om in aanmerking te komen voor specifieke faciliteiten in het voortgezet onderwijs en tijdens het eindexamen, hebben leerlingen een dyslexieverklaring nodig. Directies moeten volgens artikel 55 van de wet op het voortgezet onderwijs aan de opsteller van de verklaring de volgende eis stellen: "… een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog …".
In dit wetsartikel worden geen verdere kwalificaties aangegeven. Voor ouders is het wel van belang dat de verklaring door een psycholoog of orthopedagoog is afgegeven en niet door een remedial teacher, logopedist etc.
De dyslexieverklaring heeft een onbeperkte geldigheidsduur. Eenmaal dyslectisch altijd dyslectisch. De in de verklaring opgenomen belemmeringen en de indicatie voor hulp die daarop gebaseerd is, zullen doorgaans wel in de loop van de jaren bijgesteld moeten worden.
De belemmeringen die een in groep 5 gediagnosticeerde leerling ondervindt, zullen wanneer deze leerling in de brugklas zit (deels) gewijzigd zijn. In overleg tussen betrokkenen (leerling, ouders, school, gz-psycholoog) kan de verklaring dan aangepast worden. Nieuw uitgebreid psychodiagnostisch onderzoek is daarvoor meestal niet nodig.
Rapporten van dyslexieonderzoeken en dyslexieverklaringen zijn niet centraal opgeslagen. U zult dus contact moeten opnemen met de praktijk die u onderzocht heeft. Praktijken hadden een bewaarplicht van 15 jaar en die is onlangs verlengd naar 20 jaar.
Indien de praktijk waar u onderzocht bent niet meer bestaat, moet u nagaan wie die praktijk heeft overgenomen. Daar kunt u dan een verzoek indienen. Wanneer dat allemaal niet lukt, zult u opnieuw onderzoek moeten aanvragen.